Het werk wacht op ons en wij popelen om aan het werk te kunnen.
Na een rustig weekend had iedereen weer zin om aan de slag te gaan. Dat is aan het resultaat te zien….
Project 1:
Na even rammelen aan de ”poort” konden we naar binnen, de moeder en haar zoons zaten in de keuken en begroetten ons hartelijk. We konden weer aan de gang met het plafond. Nog een paar platen er tegenaan. We maken de wanden schoon. In onze ogen hadden deze een grondige reiniging nodig. We kwamen er achter dat de muren in dit huis van mest zijn, Als je tegen de muur stootte kwam er een hele laag naar beneden, met verven moest je wel opletten. Ondanks dat is de muur heel erg opgeknapt! We zijn erg tevreden met het resultaat. De gipsplaatjes moesten ook nog netjes afwerkt worden. De schroeven zijn mooi weg gewerkt met gips. De zoon uit dit gezin, van 61 jaar, hielp mee. Hij smeerde de gips tegen de muur aan. Het was voor ons een verrassing ;P Vanmiddag mochten we op zijn kosten een ijsje in de winkel uitzoeken. Wel de goedkoopste natuurlijk… De vloer die vrijdag gestort was heeft nog een extra laagje nodig. Vandaag hebben we de voorbereiding gedaan voor het stortten van een tweede keer. Morgen hopen we hier mee verder te gaan.
Ondertussen weten we ook al verschillende Hongaarse woorden: Homok, wies. Zand en water. Wiesonlatastroa: tot ziens. Jona Pot: Goedendag. Nem: nee. Jo: goed. Iegén: ja. Iesten: God. (schrijven als uitspraak).
Voedselproject.
Vandaag was de dag dat we voedselpakketten langs ouderen en alleenstaanden gingen brengen. Wij deden dat met een groepje van 5 jongens en 3 vrouwen, die werken voor Julia Home, waaronder Corrie, een staflid en een tolk. Deze voedsel pakketten worden elke maand uitgedeeld onder de mensen. Dit gaat uit van de stichting Dorcas/Deputaatschap Bijzondere Noden en Samarita. Van te voren was ons verteld dat de mensen het erg waarderen als wij langskomen. Zij zien het als iets waar God voor gezorgd heeft. Om te beginnen kwamen we in een buurt waar afgelopen week veel verliezen waren geleden. Je voelde dat de buurt erdoor was getekend, daarom was het extra fijn dat wij wat aandacht aan de mensen besteden. Het was heel fijn om met die mensen daar in aanraking te komen. Ook al spreken we totaal geen Hongaars, toch voelde je dat de Geest Gods ons en hun versterkte. Er zijn zoveel lessen te leren van deze mensen, want zij zijn zo blij met wat ze hebben en dat is niet weinig. We kunnen het niet allemaal in woorden uitdrukken, maar één ding is zeker; God is groot en Hij is almachtig en zorgt ook voor deze mensen en wat is hun geloof toch groot! Ook hebben we bij iedereen een psalm gezongen. Wij zongen dan in het Nederlands en de mensen zongen dan in het Hongaars mee. Deze mensen wilde graag psalm 42 zingen waarvan het 1ste vers:
“t Hijgend hert der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar ’t genot,
Van de frisse water stromen,
Dan verlangt mijn ziel naar God,
Ja mijn ziel dorst naar de Heer,
God des Levens ach wanneer,
Zal ik naad’ren voor Uw ogen,
In Uw Huis Uw Naam verhogen.
Wat fragmenten van de dag:
- Een vrouw die een klik had met Wouter haalde een foto om haar kleindochter te laten zien. Ze had ingang in de groep jongens die mee gingen met het voedselproject. We hebben onze buik vast gehouden van het lachen. ‘Ik heb communicatie’, zei ze. Ze genoot zienderogen. Hier bleek dat ondanks haar levensverhaal ze een blijmoedige geest had. Ze ervaart het als een gift van God.
- Een Roma, die in dit land veel voorkomen, liet ons een foto van haarzelf zien op een paard. Vroegere tijden herleefden. Ze leefde zeer, zeer arm. Het was rommelig, zowel binnen als buiten. Toen we zongen schoten de tranen in de ogen.
- Een vrouw in een net maar sober huisje. In Nederland noemen we dit geen huis of schuurtje… Een waterput om het water uit te putten. Een ingebouwde emmer achter een deurtje is het toilet. Ze verbouwt haar eigen eten op een stuk land. Alles met de hand.
- Bij elk adres wordt iets aangeboden om te eten en te drinken. Een gebakken donut of oliebol zonder rozijnen met poedersuiker bestrooid en een schaal frambozen daarbij. Of bij de volgende een schaal vol koekjes met de verontschuldiging dat ze niets meer heeft kunnen bakken voor ons. Of een bos bloemen bij het weggaan.
- Een vrouw moet naar de pastorie worden gebracht en we gaan mee kijken wat ze hier doet. Ze maakt samen met zeven vrouwen een soort pasta van deeg wat zelf is gemaakt. Het is een soort vermicelli voor in de soep. Handmade. Hiermee verdienen ze geld wat ze goed kunnen gebruiken. Al psalmen en liederen zingend werken ze.
- Een man met één been die laat zien hoe dankbaar hij is dat wij hem accepteren zoals hij is. Hij wijst op zijn hart en geeft aan dat hij van ons allemaal houdt.
- Een andere vrouw die hoort dat we willen zingen. Ze is zo blij en zegt dat we er twee moeten zingen. Er is tijd…… Er is relatie….. Dat is juist ook het verschil in cultuur. Wij zijn tijd- en doelgericht. Zij zijn relatiegericht. Dat voel je letterlijk. Een omhelzing, een (hand)kus, een aai over de arm, een hand die je handen beet pakt.
- Een vrouw die verteld dat ze psalm 134;1,2 en 3 wil zingen met ons en zingt ons de zegen toe voor het project.
project 3:
Vandaag gingen we verder met het plafond, dat houdt in dat we weer verder gingen met meten, zagen, boren, en timmeren. De ‘meiden’ uit onze ploeg konden hierna de gaatjes in het plafond dicht smeren met gips, om als het daarna droog was te gaan verven. Deze mensen waar wij aan het werk zijn hadden iets meer met kleurtjes als dat de Hollanders dat zijn. Het plafon werd daarom roze. Weer een hoogte punt van de dag was: de maaltijd. Emilia had samen met haar dochters van ongeveer elf heerlijke pizza gemaakt waar ze in Italië geen weet van hebben. De pizza’s waren niet het enige wat we kregen. Ook werd ons echt lekkere warme chocolade brood geserveerd. Het is heel mooi om te zien hoe de mensen hier leven en werken. De band die we in korte tijd hebben opgebouwd met het gezin is ook heel warm. Elke ochtend worden we begroet met een high-five van Imra het zoontje van acht die heel veel mee helpt. Maar ook een dankbare glimlach van moeder Emilia. Het is mooi en groot om met hun zorgen mee te leven maar ook voor hen te bidden, en Gods genade hun toe te wensen. Met die gedachten komen we aan, doen we ons werk, eten we met ze mee en gaan we ook naar ‘huis’.