Overdenking: Laten we elkaar bemoedigen
Kolossenzen 4:10-11
10 U groet Aristarchus, mijn medegevangene; en Markus, de neef van Barnabas, aangaande welken gij bevelen ontvangen hebt; zo hij tot u komt, ontvangt hem;
11 En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.
Paulus had een buitengewoon vermogen om zijn werk met anderen te delen. Hij hield niet alles voor zichzelf. Daardoor konden anderen ook een rol spelen in de hele bediening. Het was een bijzondere eer om met Paulus in de bediening te werken, omdat hij zijn medewerkers prees als ze goed werk leverden. Hij waardeerde hen:” Tychikus zal je alles vertellen over mijn activiteiten. Hij is een geliefde broeder en trouwe bedienaar en mededienaar in de Heere.” (Kolossenzen 4:7). Lees ook Romeinen 16 – een lange lijst van mensen die hij respecteert, bemoedigt en waardeert.
Paulus vertrouwde op andere mensen in zijn bediening. Hij werkte niet alleen. Drie mannen zijn het onderwerp van onze studie vandaag: Aristarchus, Marcus en Justus. Paulus wist dat zonder een delegatie van de bediening, het zekere resultaat stagnatie is. Aristarchus was een man van hoop voor elk seizoen. Marcus was een man om nuttig te zijn (Hij schreef het Evangelie van Marcus), Jezus, Justus genoemd, was een man klaar om aan je zijde te staan.
Justus wordt niet genoemd in de parallelle lijst in Filemon. In de rest van het Nieuwe Testament weten we niet veel over deze man. Dit is alles wat we weten: Justus doet je de groeten! Wat weten we over hem? We weten dat hij er was! Misschien zul je zeggen: maar wat geweldig om daar te zijn? Het is buitengewoon!” Ik doe niet veel, ik ben alleen maar hier. Ik ben alleen maar aanwezig.” Ik dank God voor de mensen die aanwezig zijn. Je doet misschien niet veel, maar je bent één van ons en je bent bij ons en dat is geweldig!
Al deze mannen waren een troost voor Paulus. De strategie van de duivel is om mensen in je weg te zetten die je hoofdpijn bezorgen. Je bent aan het werk en je 10 collega’s zijn ook mensen, maar eentje bezorgt je alleen maar problemen. Aan welke denk je het meest? Aan degene die je hoofdpijn bezorgt! Deze mensen waren een troost voor Paulus vanwege degenen die hem problemen bezorgden. Paulus zal het ons vandaag vertellen: “Deze mensen zijn van grote waarde; hoe graag ben ik bij Aristarchus, bij Marcus en bij Jezus die Justus heet! Telkens als ik bij hen kan zijn, wil ik bij hen zijn omdat ze een troost voor me zijn.”
Dit is een gedicht geschreven door een Roemeense dichter (Marin Sorescu) uit Craiova:
Over vriendschap:
Als je op een dag zin hebt om te huilen, zoek me dan op…
Ik kan je niet aan het lachen maken, maar ik kan wel met je meehuilen.
Als je op een dag zin hebt om weg te lopen, zoek me dan op…
Ik beloof je niet tegen te houden, maar ik kan wel met je wegrennen.
Als je op een dag geen zin hebt om naar iemand te luisteren, zoek mij dan op…
Ik beloof dat ik zal zwijgen zolang jij dat wilt.
Als je me op een dag belt en ik neem niet op…
Kom dan snel naar me toe…
Misschien heb ik je nodig…
Moge God ons helpen om bemoedigende mensen voor anderen te zijn! Laten we elkaar dus bemoedigen!
Overdenking is van voorganger Constantin Burlacu uit Craiova (Zuid-Roemenië)