Nu praten de geweren

De oorlog in Oekraïne is meer dan honderd dagen geleden begonnen. Op dit moment speelt de oorlog zich af in het oosten en zuiden van het land. Er zijn geen gevechten in het westen. Dit geldt vooral voor de meest westelijke regio van het land, Transkarpatië. De vluchtelingen die hierheen kwamen noemden deze regio een “eiland van vrede”. Dit was vaak het eerste wat ze te zeggen hadden in een gesprek met hen.

Als Hongaars hervormd predikant in Transkarpatië en lever van een van de meest westelijke dorpen van het land, ontmoette ik vluchtelingen in de eerste dagen van de oorlog. Eerst met hen die verder naar het westen gingen en het land verlieten, daarna met hen die in Transkarpatië bleven, geplaatst in verschillende kleuterscholen en scholen. Zij kwamen ook in de kleuterschool van onze buurman, met wie wij onmiddellijk contact hebben opgenomen en ook met meer vluchtelingen op 15 andere plaatsen. Na een paar weken waren er al meer dan 500 duizend-vluchtelingen in Transkarpatië.

In het begin probeerden we hen te helpen met giften uit onze gemeenten, en daarna met de steun van onze buitenlandse broeders en zusters, waaronder de stichting Samarita. De meeste vluchtelingen moesten alles achterlaten om hun huizen te verlaten, niet wetende of ze later terug zouden gaan. Velen konden bijna niets meenemen, dus ze waren erg dankbaar voor alle hulp.

Naast diaconale hulp probeerden we natuurlijk ook geestelijke hulp te bieden met het Woord van onze God, gesprekken en christelijke literatuur. We hebben gezien dat in een situatie als deze, hoeveel te meer een grote mogelijkheid en hulp is om je tot God te wenden, te bidden en het woord van God te gebruiken.

Met de hulp van onze Nederlandse broeders hebben we een aantal Oekraïense en Russischtalige christelijke lectuur kunnen uitdelen en geven aan kinderen en volwassenen. We hopen dat onze genadige God hierdoor zal werken in de harten van velen.

Wat we verder voor hen kunnen doen is deze mensen en deze hele situatie in gebed bij God te brengen. Het einde van de oorlog is nog niet zichtbaar. We weten niet of het zich zal uitbreiden naar andere delen van het land. Op grond van onze ervaringen tot nu toe geloven wij dat wij nog steeds in vrede kunnen leven in Transkarpatië. Wij zijn God daar dankbaar voor. Wij zien echter ook steeds minder kans dat de partijen het eens worden over vrede. Nu praten de geweren, wat ook betekent dat zolang de geweren niet opraken, de gevechten niet voorbij zullen zijn.

Over de toekomst kunnen we met zekerheid zeggen dat niets meer zal zijn zoals het was. Het land heeft het tot nu toe niet gemakkelijk gehad. Het zal dan nog moeilijker worden. Het is ook de vraag hoe de situatie van de nationale minderheden er daarna uit zal zien. Als lid van de Hongaarse minderheid hebben wij ook vóór de oorlog al veel moeilijkheden gehad. Ik denk dat de situatie daarna nog erger zal worden. We hebben tot nu toe gewacht op hulp van God, en we hopen er nog steeds op.

Een oorlog kan nooit door iets verklaard en bekrachtigd worden. Maar we weten ook dat er altijd redenen zijn voor oorlog. Ik moet zeggen, dat deze oorlog niet pas nu is begonnen, maar al eerder. Het is ook moeilijk en gevaarlijk om hier dieper en eerlijker over te praten, en er zou zeker veel meer informatie nodig zijn om de situatie duidelijker te zien. En degenen die onder de oorlog te lijden hebben en hun familieleden verliezen, kunnen niet worden getroost door alleen de oorzaken te onderzoeken. En natuurlijk begrijpen we hen en leven we met hen mee. Het moeilijkste voor hen is deze trauma’s te verwerken en een nieuw leven te beginnen. Zelfs als de oorlog voorbij is, zal het nog vele jaren duren voordat het Oekraïense volk in vrede kan leven met het Russische volk.

Het is onze taak van God om hen, die voor de oorlog op de vlucht zijn, te helpen, om hen te getuigen van Gods liefde in Christus en dat iedereen in Hem bescherming kan vinden. We bidden ook dat God wijsheid zal geven aan de leiders in de beslissingen die zullen werken voor het einde van de oorlog en vrede.

We zijn dankbaar voor de hulp die we tot nu toe hebben ontvangen, die onze Nederlandse broeders hebben ingezameld en gestuurd door de Stichting Samarita. Hiermee hebben we het leven van vele vluchtelingen in moeilijke situaties een beetje makkelijker en mooier kunnen maken. Daarnaast is gebed net zo’n grote hulp, en kunnen we allemaal gesterkt worden, zowel hier in Oekraïne als in Nederland. We zijn God dankbaar dat Hij altijd broeders en zusters in moeilijke situaties geeft die kunnen helpen.

Mogen wij allen bemoedigd worden door het Woord van God uit Psalm 46, dat voor mij en mijn gezin een zegenrijke boodschap was op de dag dat de oorlog begon:

“God is onze toevlucht en kracht, een altijd aanwezige hulp in nood.
Daarom zullen wij niet vrezen, al begeeft de aarde het en vallen de bergen in het hart van de zee,
al brult en schuimt het water en beven de bergen door hun stromen. Selah
Er is een rivier waarvan de stromen de stad van God verblijden, de heilige plaats waar de Allerhoogste woont.
God is in haar, zij zal niet vallen; God zal haar helpen bij het aanbreken van de dag.
Naties zijn in oproer, koninkrijken vallen; Hij verheft zijn stem, de aarde smelt.
De almachtige HEERE is met ons, de God van Jakob is onze vesting. Sela
Komt en ziet de werken des HEREN, de verwoestingen, die Hij over de aarde gebracht heeft.
Hij doet oorlogen ophouden tot aan de einden der aarde; Hij breekt de boog en verbrijzelt de speer, Hij verbrandt de schilden met vuur.
“Wees stil en weet dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de volken, Ik zal verhoogd worden op de aarde.”
De almachtige HEERE is met ons, de God van Jakob is onze vesting. Selah” Psalm 46

Attila Pal, predikant van de Evangelisch Gereformeerde Kerk van Transkarpatië
8e. Juni 2022