Met al de heiligen
Met al de heiligen
In 2014 kreeg ik onverwachts een telefoontje met het verzoek om een gesprek met twee Oekraïense predikanten. Ze waren op bezoek bij een gemeentelid en bezochten op zondag de avonddienst, waarin ik een gedeelte uit de Heidelbergse Catechismus behandelde. Op maandagmorgen zaten beide predikanten ds. G. Süto en ds. A. Pall in mijn studeerkamer en spraken we over de situatie van hun gemeenten in Transkarpatië in Oekraïne. Deze ontmoeting vormde het begin van een hartelijk contact. Mede doordat de stichting Samarita actief werd om deze broeders en hun gemeenten te ondersteunen, is het contact alleen maar geïntensiveerd. Op deze manier mogen we vanuit Nederland iets voor hen betekenen. Maar dergelijke buitenlandse contacten kennen als het goed is ook een vorm van wederkerigheid. Voor mij persoonlijk is het altijd een vreugde om christenen uit andere culturen te ontmoeten met wie we het geloof in Christus Jezus als de Weg, de Waarheid en het Leven delen. Het is zo bemoedigend wanneer er over kerkmuren heen, over culturen heen iets van de eenheid van Christus’ Kerk door het werk van de Heilige Geest ervaren mag worden.
Ik heb dat heel bijzonder ervaren bij het begin van de coronacrisis. Mochten we aanvankelijk nog met ongeveer honderd mensen samenkomen, een enkele week later preekte ik voor een lege kerk. Alleen de koster en een deel van de kerkenraad was aanwezig. Een diepingrijpende ervaring voor iedere predikant. De maandag erop ontving ik een mail van ds. Süto waarin hij schreef dat hij had gehoord van de vele Covid-19 besmettingen in ons land. Hij vroeg hoe het in mijn gemeente was. Ook vertelde hij dat hij had gepreekt over Markus 14: 36 “Abba, Vader, alle dingen zijn U mogelijk; neem deze drinkbeker van Mij weg; doch niet wat Ik wil, maar wat Gij wilt. En Hij kwam en vond hen slapende, want hun ogen waren bezwaard; en zij wisten niet wat zij Hem antwoorden zouden.” Ds. Süto schreef er nog het volgende commentaar bij: “Jezus wist wat er met Hem zou gebeuren, maar Hij wendde zich tot Zijn Vader met kinderlijke genegenheid. Hij noemt Hem een liefhebbende Vader. Hij twijfelt niet aan de liefde van de Vader, ook al was het een heel moeilijke situatie. Het andere dat Hij wist was dat alles mogelijk was voor de Vader. Het zou goed zijn om deze dingen van Hem te leren, maar soms erg moeilijk.” Ds. Süto sloot zijn mail af met: “Nog een ding: het was voor mij vandaag een gezegende kerkdienst.”
Deze mail heeft me diep geraakt en enorm bemoedigd. Een Oekraïense broeder die mij wijst de lijdende Borg, Die in Zijn lijden de gemeenschap met Zijn Vader zocht. Het waren de juiste woorden op het juiste moment. Ik wist meteen waarover ik de volgende lijdenszondag zou preken: Markus 14. Het werden uiteindelijk drie preken. Ik heb het broeder Süto ook geschreven: “De eerste zondag overdacht ik met de gemeente ‘Waarom stelde Jezus deze vraag? Wat maakte deze beker voor Jezus zo verschrikkelijk? Omdat deze omstandigheden een boodschap zijn voor ons als gemeente om ons te bekeren, om ons leven en onze zonde te onderzoeken. Omdat de beker van Jezus gevuld was met de toorn van God over onze zonden (zie Heidelbergse Catechismus zondag 15-37). Afgelopen zondag sprak ik over de bemoediging dat Jezus bereid was deze beker voor ons te drinken. Aanstaande zondag will ik spreken over de reactie van de slapende discipelen.” Wat heb ik drie zondagen met veel vreugde, onder een open hemel, over deze tekst mogen spreken! En dat voor een lege kerk.
Wat Paulus schrijft in Efeze 3: 18 vv mocht ik ervaren dat we ‘met al de heiligen’ meer en meer zicht krijgen op de breedte, lengte, diepte en hoogte van de liefde van Christus Jezus. Ook in coronatijd.