Druppel in de waterpas
Werkvakantie zomer 2018 naar Târgu Mureș
Zoals u waarschijnlijk wel weet, is er afgelopen zomer een groep jongeren op werkvakantie geweest naar Târgu Mureș in Roemenië. Ik was daar ook bij. In de omgeving van Târgu Mureș is er aan diverse projecten gewerkt, waarbij met name de arme gezinnen geholpen werden. Zo is er een uitbouw van een woning (in Nederland zal het de naam woning niet waard zijn) gerealiseerd en is bij een andere familie de doucheruimte opnieuw ingericht en betegeld. Zelf heb ik het meest gewerkt aan het isoleren en lamineren van een huis dat dienst gaat doen als een mini-bejaardentehuis in Gheorghe Doja. Maar wat is mini? In Nederland zouden er maximaal vier mensen in dat huis kunnen wonen, in Roemenië is men wat inschikkelijker en kunnen er met gemak tien mensen opgevangen worden. Zolang je nog maar tussen de bedden door kunt lopen, is het goed. Het isoleren bestond uit het plakken van piepschuim blokken op de buitenmuur met behulp van lijm (cement). Later, nadat wij weer vertrokken waren, werd er dan een stuclaag op aangebracht. Uiteraard diende de piepschuimlaag geheel waterpas te zijn. En zo nu en dan had de waterpas een aanvulling nodig, zodat de druppel in de waterpas zijn werk uitstekend bleef doen.
Voor mij was het de derde werkvakantie. De eerste keer dat ik meeging, in 2016, hebben we de plaatselijke gemeentes in de buurt van Mezőgecse (zuidwestelijk) Oekraïne geholpen met het verder bouwen en afwerken van het kerkelijke centrum. De tweede werkvakantie was in de zomer van 2017 naar Oradea, waar we de leefomstandigheden van verschillende gezinnen verbeterd hebben. Het is geweldig om je medemensen daar te kunnen helpen. Op alle drie de werkvakanties blik ik terug als veelzijdig en verrijkend. Zo stellen de bewoners daar hun huis wagenwijd voor je open en doen ze het zelf met minder comfort dan hun gasten. Tijdens mijn eerste werkvakantie stond bijvoorbeeld het echtpaar waar ik in huis was hun bed af aan de werkvakantiegangers. En ook met het eten hoefden we over gebrek nooit te klagen. Tegelijk merkte ik ook dat er een zekere afstand blijft bestaan tussen de Oost-Europeanen en de Westersen. Dit bleek onder andere uit communicatie (of miscommunicatie) en verschillende denkwijzen, wat soms weerstand oproept. Op bouwtechnisch ver vooruit denken konden we bijvoorbeeld niet iedereen betrappen met wie we daar samenwerkten. Maar goed, uiteindelijk bereikten we meestal wel wat we wilden bereiken.
Wat betreft het gemeenschappelijk christelijke geloof, vond ik het heel bijzonder en waardevol om te zien hoe de eenheid van de Kerk tot uiting kwam. Hetzelfde Woord, dezelfde God, waar dan ook. De zondagen en de kerkdiensten voelden vertrouwd aan. Ook zijn we een dag naar de Karpaten geweest, waar we de massale kloven en bergen hebben bewonderd. Qua natuur is Roemenië een heel mooi land. En ook het weer was aangenaam: zo rond de 25 graden Celsius, met een zonnetje en een regenbuitje. Heel wat anders dan de zinderende hitte toen we met het vliegtuig terugkwamen op Dortmund.
Door midden in het leven in Oost-Europa te stappen, maak je pas echt kennis met de mensen daar en hoe ze leven. Armoede krijgt een gezicht. Het zien en voelen van het soms zo ontzaglijk grote verschil in leefomstandigheden maakt je stil. De dankbaarheid en het geluk die soms afstralen van de mensen die het juist zo arm hebben, zetten je aan het denken. Het maakt je bewust van je plaats in deze wereld en van de ongelijkheid die er is. Die ervaringen zijn zó waardevol en verrijkend. Om die reden kan ik je van harte aanbevelen ook zelf een keer op werkvakantie te gaan. Om het zelf(de) te ervaren.
hartelijke groet, Hendrik van den Bosch